Posts tonen met het label tutorial. Alle posts tonen
Posts tonen met het label tutorial. Alle posts tonen

zaterdag 10 mei 2014

Hooimadam

Hebben jullie wel eens van een hooimadam gehoord?
Het werkt volgens hetzelfde principe als een hooikist:
je brengt 'iets' aan de kook, zet het in de hooikist en het blijft warm en gaart na.

Nu is een hooikist doorgaans nogal een sta in de weg. Dus is er nu een moderner versie: de hooimadam!

Maar ja, als je Lydia heet, dan koop je natuurlijk niet zo'n ding...
... dan maak je hem zelf!

En dat deed ik, inmiddels al weer zo'n twee jaar geleden. 

Met een paar lapjes uit de voorraad, een paar meter biaisband in een bijpassende kleur en een oud dekbed voor de vulling kwam ik een heel eind. Natuurlijk kun je ook een oude wollen deken, of een stuk wattine gebruiken.


Leg een dubbel stuk dekbed tussen twee lagen stof. Om verschuiven te voorkomen kun je hem langs de rand even vastzetten, maar dit is niet noodzakelijk. 


Teken een mal voor de bodem. Ik nam de allergrootste pannendeksel uit mijn collectie hiervoor. Op de stof vastspelden en er ruim omheen naaien.


Daarna uitknippen rond de genaaide cirkel.


Meet de diameter van de cirkel op en vermenigvuldig dit met 'pi' (3,14). Nu weet je de omtrek van de cirkel.


Knip twee lappen stof uit die iets langer zijn als de uitgerekende omtrek van de cirkel. De hoogte kun je zelf bepalen, die van mij is ong. 50 cm. Er tussen weer een dubbele laag van het dekbed. Naai de zijkanten en de bovenkanten dicht met een stuk biaisband.
Sluit de zijkanten een klein stukje over elkaar heen en naai tot ongeveer halverwege vanaf de onderkant aan elkaar.


Zet nu de zijkant en de bodem aan elkaar. Vanwege de dikke lagen is dit echt een prutswerk! Maar goed, het is toch gelukt!


Aan de buitenkant maakte ik nog een paar lusjes. En ik naaide een lang stuk biaisband dubbel. Rijg deze door de lusjes. Hiermee kun je je hooimadam dichtknopen.  




woensdag 9 april 2014

Cirkelrokje

Voor Lisanne maakte ik twee cirkelrokjes.




Een cirkelrokje kun vrij eenvoudig zonder patroon voor elk kind op maat maken.

Dat werkt als volgt:

- Je meet de heupwijdte op. Dit is je maat voor de omtrek van de kleinste cirkel. De gemeten heupwijdte deel je door 2 en dan door 'pi' (3,14). Wat daar uitkomt is de straal van de cirkel.


- Neem een stuk patroonpapier. Vanaf de hoek van het papier, meet je (in beide richtingen) de maat af van de straal en zet daar een streepje. (Op de foto van a naar B.) Met behulp van een passer teken je tussen die twee streepje een kwart cirkel. Bij gebrek aan passer voldoet een touwtje aan een potlood ook prima.

- Vervolgens meet je vanaf de taille hoe lang je de rok wilt hebben.

- Vanaf de kleine kwartcirkel meet je dit op het patroonpapier vervolgens weer aan beide zijden af. (Op de foto van B naar C.) En teken de grote kwartcirkel.


- Je patroon is nu klaar. Knip het uit en leg dit patroon op de stof tegen de stofvouw en knip uit met naadtoeslag van ong. 1 cm. Je hebt nu een halve cirkel. Dit patroondeel moet je twee keer knippen. Dan kun je een hele cirkel maken.

- Naai de zijnaden.

- De basis van je cirkelrok is nu klaar. 

Wat betreft de afwerking heb je verschillende opties:

Tailleband van tricot:
* Neem een stuk tricot met de lengte van de taillewijdte. De breedte van de strook is 2 keer de gewenste hoogte van de tailleband. Naai de korte zijden van de strook aan elkaar. Vouw de strook dubbel met de goede kant aan de buitenzijde. Speld deze op de goede kant van de rok en naai vast. Daarbij rek je de tricot uit tot de maat van de wijdte van de rok. Je hebt nu een rekbare tailleband.

Tailleband van de 'gewone' stof:
* Knip een stuk van de stof met dezelfde lengte als de gemeten heupwijdte. De breedte van de strook is ook hier tweemaal de gewenste hoogte. Naai de korte zijden van de strook aan elkaar. Leg de tailleband met de goede zijde op de goede kant van de rok en naai vast. Vouw dubbel naar de binnenzijde en doorstikken. Laat hierbij een kleine opening over. Met een breed stuk elastiek maak je de tailleband op maat. Als het elastiek erin zit, naai de opening dicht.

Zoom:
* Je kunt een gewone zoom erin maken. Niet te breed want dat is lastig bij een cirkelrok.
* Of een rolzoom op de naaimachine of lockmachine.
* Of afwerken met biaisband. In dit geval hoeft er bij het knippen geen zoom aangeknipt te worden.

Ook kun je er evt. nog een leuke onderrok onder maken.


Bij de rokjes voor Lisanne heb ik er een iets kortere cirkelonderrok onder genaaid. Aan de onderrok naaide ik een aangerimpelde strook tule. Voor de tule heb je dan ongeveer 1,5 à 2 keer de zoomlengte nodig. De tule heb ik ook afgelockt met een rolzoom. Dit hoeft niet want tule rafelt niet, maar ik vind het zo er wat leuker uitzien.

Zo bereken je de zoomlengte:
Meet de straal van de grote cirkel. (Van A naar C op de foto van het patroon.) Dit vermenigvuldig je met 2 en dan met 'pi' (3,14). 

En ander idee is om de rok van twee of meer lagen van verschillende stoffen in verschillende lengtes te maken.

Je kunt eindeloos variëren met dit basispatroon!

Veel plezier ermee!

woensdag 2 april 2014

Wasbare luiers naaien - tutorial

Zoals ik in mijn vorige bericht over wasbare luiers al schreef, maak ik ze dus zelf.
Het is niet moeilijk, ook met weinig naaiervaring kun je je hier gerust aan wagen. Het voordeel is dat ze altijd onder de kleertjes verstopt zitten, en geeft het dus niet als het er evt. niet zo perfect uit ziet.

Disclaimer: de rest van het bericht is denk ik alleen interessant als je zelf van plan bent luiers te gaan maken... Anders lekker overslaan!




Allereerst heb je natuurlijk een patroon nodig.
Die kun je op verschillende plaatsen vinden.
Op deze site staat een gratis patroon met uitgebreide beschrijving.
Destijds kocht ik een patroon bij de kleine hand. Zelf vond ik deze iets fijner, omdat dit patroon afgeronde 'flappen' heeft. Maar natuurlijk kun je een bestaand patroon altijd naar wens aanpassen.

Materialen:
* Stof voor de buitenlagen van de luier. Ik gebruik daarvoor bij voorkeur flanel. Voor 1 luier heb je genoeg aan een stuk van ong. 50 X 100 cm.
* Stof voor het binnenste deel (kern) van de luier. En stof voor de halfvaste inlegger. De kern en de inlegger zijn (afhankelijk van de maat luier) ongeveer 10 X 30 cm. Het aantal lagen stof is ook afhankelijk van de maat luier en de soort stof die je gebruikt. (Zie bovenstaande link naar het gratis patroon. Daar staat een goed richtlijn.) Hiervoor kun je naar keuze flanel, molton, badstof, etc. gebruiken. Ik kocht hiervoor destijds een behoorlijke voorraad hennep-jersey bij de kleine hand. (Hennep absorbeert vocht goed, maar is toch niet zo dikke stof als bijv. badstof. Zo kun je een goed absorberende luier maken, zonder dat het een erg dik pakket wordt.) 
* Klittenband van ong. 4 cm breed. Let op: van het zachte deel van het klittenband heb je veel meer nodig als van het harde deel. Van het harde deel heb je ongeveer 10 cm nodig per luier, en van het zachte deel ongeveer 30 cm.
* Elastiek van ong. 5 mm breed.

Let op: zorg dat alle stoffen voorgewassen zijn voor je ze gaat knippen. Anders krimpen je luiers al flink bij de eerste wasbeurt... 
Ook is het zo dat de stof pas na een paar wasbeurten optimaal vocht kan absorberen.

Werkwijze:

Knippen:
* 2 keer het patroondeel uit flanel. 
* voor de kern en de halfvaste inlegger knip je delen van 12 X 32 cm (dit is incl. naadtoeslag). Het aantal is afhankelijk van het aantal lagen waarvoor je hebt gekozen.
* klittenband: van het harde deel knip je 2 stukken van 5 cm. Van het zachte deel 2 stukken van 5 cm, en 1 stuk van 20 cm.

Maak eerst de halfvaste inlegger. 
Als je een lockmachine hebt, is dit erg makkelijk. Dan is het voldoende om de verschillende lagen stof op elkaar te leggen en deze af te locken langs de vier zijden.
Heb je geen lockmachine, dan leg je de stof met de goede kanten op elkaar en naai je langs de twee lange zijden en langs één korte zijde. Daarna keren. De opening naar binnen vouwen en langs alle zijden van de inlegger kort op de kant doorstikken.

Dan gaan we verder met de luier.


Neem 1 patroondeel van het flanel. In het midden leg je de lagen stof voor de kern. Deze stik je met een zigzagsteek langs de 4 zijden van de kern vast op het flanel.



Naai aan de andere kant van de stof de inlegger. Deze moet je alleen aan de bovenzijde vastzetten met een zigzagsteek. Het wordt dus een losse flap.


Neem het andere patroondeel uit flanel en naai aan de bovenzijde het stuk zachte klittenband van 20 cm vast. Let op: de bovenzijde van het klittenband naai je nog niet vast! Dus alleen de twee smalle zijkanten en de lange onderkant.
(Om de luier een leuker uiterlijk te geven, heb ik er een laagje bedrukte katoen bij gedaan. Wat je op de foto ziet is dus een laag flanel + een laag katoen.)

Daarna leg de twee flanellen patroondelen met de goede kanten op elkaar en stik deze op 1 cm van de rand door. Laat een grote opening over bij het rugdeel tussen de twee 'sluitflappen'. 


In de beide zijnaden van de luier stik je nu elastiek vast. Dit worden de beenopeningen. Leg het elastiek op de zijnaad, iets lager als de hoogte van het klittenband. Stik een klein stukje met een zigzagsteek vast. Dan rek je het elastiek strak op en naai deze verder met de zigzagsteek vast in de zijnaad. Ongeveer tot het begin van de sluitflap.


Pas na het vastzetten het elastiek afknippen. 


Om ook het ruggedeelte beter te laten aansluiten moet je ook daar een stuk elastiek rekkend op vastnaaien. Dit doe je dus op één laag stof in de overgelaten opening aan de rugzijde.

Keer de luier door de opening. En vouw de naden van de keeropening naar binnen.


Stik de luier op ongeveer een halve cm. van de kant door. 


Bij de keeropening stik je smal op de kant door om gelijk de opening te sluiten.


Er zit daar dus een kleine verspringing in de naad. Je kunt er ook voor kiezen de opening met een zigzagsteek door te stikken.

Let op: bij het doorstikken langs de beenopeningen verlies je wel wat rek. Daarom heb ik er bij de laatste stapel luiers voor gekozen de beenopeningen niet door te stikken.


Naai nu de bovenkant van het grote klittenband vast.
Hiermee zet je dus alle lagen op elkaar vast.


Knip het klittenband voor de sluitflappen wat ronder.


Stik op elke sluitflap (aan de binnenzijde van de luier!) eerst een hard stuk klittenband en met ongeveer een halve cm tussenruimte het zachte stuk klittenband. (Het zachte stukje kun je gebruiken om de flap dubbel te doen. Hiermee kun je voorkomen dat het met wassen overal aan vast 'klit'.)




Je luier is nu klaar voor gebruik!

(En als je dit hele proces zo'n 18 tot 20 keer herhaald heb je een stapel die groot genoeg is voor een paar dagen...)